754 - De broden

Volgens de overlevering reisde Bonifatius in 754 met zijn gevolg over de huidige Hoofdweg naar Dokkum. Het gezelschap had een knorrende honger en rook de geur van brood dat gebakken wordt.  Bonifatius vroeg de vrouw, die aan het bakken was, om enkele broden voor zijn gevolg maar zij gaf aan geen broden te hebben. Bonifatius liet zich niet afschepen en drong aan. “Wat is er dan in de oven?” vroeg hij. De vrouw antwoordde “In de oven zijn stenen en geen broden”. Waarop Bonifatius zei: “En stenen zullen het blijven”.
De broden die in steen zijn veranderd werden aanvankelijk gekoesterd. Omstreeks 1588 zouden er nog vijf exemplaren zijn bewaard. Volgens de overlevering had de rooms katholieke Jonkheer De Rotte enkele “stenen broden” in zijn bezit. Kort na de eeuwwisseling kampte de Jonkheer met financiële problemen en moest hij zijn kasteel, Tjaarda-state in Rinsumageest verkopen. In 1818 is, opnieuw volgens de overlevering, één van zijn stenen in de noordelijke muur van de kerktoren van onze Bonifatiuskerk gemetseld. Het brood stak enigszins uit de muur en dit kon niet de goedkeuring wegdragen van een nauwkeurig werkende ambachtsman. Tot leedwezen van velen heeft hij delen van het brood afgehakt zodat de steen egaal werd met de rest van de stenen.
 
terug